–       FUCK! FUCK FUCK FUCK!!!! TERINGKANKERTYPHUSKUTZOOI!!!

–       Huh?

–       Ja sorry hoor. Ik had even behoefte aan wat pittigs.

–       Pittigs?

–       Ja. Iets met een bite! Heb jij dat niet?

–       Wat?

–       Die taal! Op een gegeven moment had ik zin om heel hard te gillen. Maar dat wordt daar vast niet gewaardeerd, dus doe ik het nu even. Dat totaal gesteriliseerde jargon. Elk woord apart verpakt, in cellofaan.

–       Och, hou op.

–       Wat zei hij ook alweer?

–       Wij zijn een high-care faciliteit op spirituele grondslag met een palliatieve kerntaak en een outreachende werkwijze…

–       O ja. Outreachend werken. My god!

–       Hospitium The Four Tops.

–       (zingen) Reach ouuuut!

–       Come on girl!

–       Reach ouuuuuut….for me-e-e-e!

–       Doengdoekedoeng-doekedoengdoekedoeng-doekedoengdoekedoeng-doekedoeng!

–       Ha!

–       Iiiiii’ll be theeeere!

–       To love and comfort you-ou!

–       Iiiiii’ll be theeeere!

–       Het is toch niet te geloven. Zitten we hier te zingen!

–        O ja, dat miste ik even, maar hadden jullie het op een gegeven moment nou over ontbijtzorg?

–       Respijtzorg! Dat iemand tijdelijk wordt opgenomen om de mantelzorgers even rust te gunnen. Ze wilden weten of daar ook nog behoefte aan was. Dan moesten we op www.Respijtwijzer.nl kijken.

–       O, oké.

–       En je kunt ook nog naar een Bijna-Thuis-Huis. Voor ‘thuisverplaatste zorg’ .

–       O ja. En het is belangrijk dat er adequaat geluisterd wordt naar de signalen van de betrokkene.

–       Ja. Adequaat luisteren naar signalen. Alsof je een onderzeeër bespioneert.

–       Maar je kunt dus ook inadequaat luisteren, dat heb ik me nooit zo gerealiseerd. Dat je wel luistert, maar naar de verkeerde geluidsbron of zo. Niet naar de betrokkene, maar naar de radiator, ik noem maar iets.

–       Of geluiden in de verte.

–       Dat ‘betrokkene’ ook.

–       Verschrikkelijk. Dat komt omdat je geen ‘patiënt’ mag zeggen. Je bent een ‘bewoner’ of een ‘gast’. En anders ‘de betrokkene’.

–       Hallo, wie bent u? Nou eh, ik ben betrokken bij dit overlijden. Dé betrokkene, zeg maar. Het aspirant-lijk, zogezegd.

–       Ik zit in mijn eindtraject.

–       Nee, in je láátste eindtraject.

–       O ja. En toen die vrouw, van de verzorging.  Die het de hele tijd over de ‘overgang’ had. Ik denk: ga je daar óók al voor naar een hospice?

–        (zingt) Welcome to Hospice De Overgang…

–       You can check out any time you want, but you can never leave!

–       Maar helaas, zij bedoelde De Dood.

–       Hashtag wuhahaha.

–       Het d-woord, zei ze op een gegeven moment, hoorde je dat?

–       Ja, en het e-woord, voor euthanasie. Brrr. Dat verbale kindermeel, waar je zó flauw van wordt dat je zin krijgt om iets héél grofs te zeggen. Of ergens mee te gooien.

–       Enfin. Ze bedoelen het goed, daar niet van.

–       Dat is waar.

–       Nu nog een beetje normaal praten graag.

–       Als dat zou kunnen.