(HP-column, juli 2003)

‘En daar zijn we weer! U luistert nog steeds naar Macchiato, Capuccino maar dan zonder schuim, zeg maar, live vanuit Studio NRP, halverwege de Maastunnel. Straks Katja Schuurman over het gerucht dat een van haar borsten ontploft zou zijn, een optreden van Sugar, de nieuwe band van de broer van de buurman van de zanger van Kane, zoals gebruikelijk natuurlijk weer de column van Bob Heertje, die wel weer reuze slecht zal zijn maar ja hij heet nu eenmaal Heertje, als het spannend wordt schakelen we nog even over naar Wimbledon, maar eerst gaan we aandacht besteden aan… aandacht. Ja nee, u hoort het goed, aandacht voor aandacht. Naast mij de heer A. ten Tieën…’

‘Zeg maar Ate…’

‘Goed, Ate ten Tieën, en u bent…’

‘Zeg maar jij…’

‘Goed, Ate ten Tieën, jij bent oprichter van het Comité Stop Het Gejengel.’

‘Dat klopt.’

‘Wat wil het comité, waarom heb je het opgericht en hoe ben je daar zo toe gekomen?’

‘Dat zijn drie vragen.’

‘Klopt, dat hoort zo op de radio tegenwoordig. Je mag zelf weten welke je beantwoordt en het mag ook een vierde, niet-gestelde vraag zijn.’

‘Nou goed. De geleerden beweren dat wij naar een aandacht-economie toe gaan, in onze moderne narcistische, exhibitionistische cultuur wil iedereen aandacht krijgen en niemand aandacht geven. Den Uyl sprak van ‘kennis macht en inkomen’, maar waar het in de huidige samenleving om gaat is ‘kennis, macht en aandacht.’ Goed, zeggen wij, dat mag dan zo zijn, maar dan moet je daar als samenleving ook op willen sturen.  Bijvoorbeeld door paal en perk te stellen aan bepaalde onzinnige of destructieve vormen van aandachttrekkerij.’

‘Zoals?’

‘De afgelopen weken zie je bijvoorbeeld voortdurend deze advertentie in de kranten, kijk, ik heb hem even voor u meegenomen. Een stevig stel borsten in een strak t-shirt met daarop de tekst: /I’m a catholic girl./ Afzender de KRO. Trekt de aandacht. Of hier, dezelfde krant. Enorme advertentie van de Nuon, een nutsbedrijf. Trekt de aandacht. Of hier: Connexxion, een busmaatschappij, trekt aandacht. Of deze: Beon Advies, een arbo-dienst. Trekt aandacht. Of  hier: Geové, een ziekenfonds. Allemaal instellingen en diensten die vroeger gewoon in stilte hun werk deden, en nu voortdurend om onze aandacht vragen.’

‘Waarom doen ze dat?’

‘Omdat ze zo nodig geprivatiseerd moesten worden! Die overheidsdiensten moesten zich gaan opstellen als een marktpartij, weet u nog? Met als gevolg dat ze nu voortdurend bezig zijn onze aandacht te trekken! Want ze moeten concurreren met een andere Arbo-dienst of  Zorgverzekeraar of  Busmaatschappij of  Stroomproducent. Weet u wat het energiebedrijf Nuon per jaar alleen al aan reclame uitgeeft? Vijfentwintig miljoen euro! En dat is er één, naast die advertentie van de Nuon staat er eentje van Eneco en daarnaast eentje van Essent, dus reken maar uit. En maar jengelen en hengelen om onze aandacht. Maar, denk ik dan, ik ben er niet om aandacht te geven aan de arbodienst en het ziekenfonds, de arbodienst en het ziekenfonds zijn er om aandacht te geven aan míj! Ik wil gewoon dat de bus rijdt en dat er stroom uit het stopcontact komt. Zonder logo, zonder slagzin, zonder fancy naam, zonder merkidentiteit of hoe ze dat ook noemen, en zonder Ster-spotjes. Alsof er al niet genoeg beslag wordt gelegd op mijn aandacht. Als ik een fles Coca Cola wil kopen moet ik tussen /zes/ verschillende soorten kiezen. Light of normaal? Met of zonder cafeïne? Met vanille, kersen of citroensmaak? En gaan we dan straks naar huis in een bus van Connexxion, met dubbel-n en dubbel-x, ik bedoel, doe effe normaal, of van Arriva, spreek uit arriba? En stel er gebeurt een ongeluk, naar welk ziekenhuis wil ik dan? En met welke ambulancedienst? Die met die paarse pakjes met de gele strepen of die met die rode pakjes met de groene biezen?’

‘Maar…’

‘Ik wil daar niet mee bezig zijn!’

‘Maar zo’n advertentie van de KRO, dat is een omroep, die maakt propaganda, dat kan toch moeilijk anders?’

‘Jawel, oké, maar com-mu-ni-ceer dan! Wat wíllen ze eigenlijk?Wij zitten nu al drie weken tegen die borsten aan te kijken, zonder dat duidelijk wordt waar die advertenties nu precies om gaan. Dat is aandachttrekken om het aandachttrekken. Er wordt beslag gelegd op je aandacht, maar je krijgt er niets voor terug. Daar zou naar ons idee paal en perk aan moeten worden gesteld.’

‘Je kunt het toch ook negeren?’

‘Nou, zo’n stel borsten, niet omdat ik nu zo’n geilneef ben, maar dat ís haast niet te negeren. Dat soort aandachttrekkerij op niets af, daar zou je iets aan moeten doen.’

‘Aan wat voor soort maatregelen denkt u dan?’

‘Nou, als er dingen zijn in een samenleving die je wilt ontmoedigen, dan wordt daarvoor natuurlijk vaak het instrument van de belasting gebruikt, of de accijns. Tabak, alcohol, benzine, milieuvervuiling, dat soort dingen. Aan zoiets zou je hier ook kunnen denken.’

‘U wilt naar een aandachts-tax?’

‘Zoiets. Vandaar ook de slogan van de campagne die wij binnenkort starten. Ons motto is Stop het Gejengel en Gehengel, en onze slagzin: Aandacht Trekken, Staatskas Spekken.’

‘Juist, en voor die campagne wilt u natuurlijk zoveel mogelijk aandacht.’

‘Eh ja, liefst wel natuurlijk.’

‘Nóg een aandachttrekker erbij!’

‘Eh ja, daar heeft u gelijk in. Al trekken wij natuurlijk aandacht voor een goed doel. Namelijk minder aandachttrekkerij.’

‘Met als gevolg méér!’

‘Eh ja, daar zegt u iets. Over deze paradox moeten wij nog eens goed nadenken.’

‘Ate ten Tieën, van comité Stop Het Gejengel, hartelijk dank.’

‘U ook bedankt. Voor uw aandacht.’