– Dames en heren, goedenavond en welkom bij het laatste tv-debat tussen de heer Ronald Tromp en mevrouw Hilda Klunder, de twee kandidaten voor het burgemeesterschap van Springbroekerplas, de samenvoeging van de gemeenten Springerveen, Langeplas en Kortebroek. Mijn naam is Mik Wollens. Het publiek wordt dringend verzocht niet hoorbaar te reageren…

(Publiek begint te juichen en joelen)

– Dus niet juichen, niet joelen en ook het werpen met afgekeurd pootgoed, zoals u gewend bent bij raadsvergaderingen, is vanavond niet toegestaan.

– Meneer Tromp, u heeft de tos gewonnen, dus voor u de eerste vraag. Meerdere polls hebben uitgewezen dat de issue die de bewoners van Springerveen, Langeplas en Kortebroek het meest belangrijkst vinden, is het dak van het dorpshuis, dat al jaren lekt. Als u burgemeester wordt, wat gaat daar dan aan doen?

– Dat het dak lekt, áls het lekt, ik zeg niet dát het lekt, dat beweren de zogenaamde media, maar de zogenaamde media zijn doodsbang voor mij, echt enormelijk doodsbang, echt heel erg vreselijk enormelijk doodsbang voor mij. De zogenaamde media zijn zó heel erg vreselijk enormelijk doodsbang voor mij, dat geloof je gewoon niet. Waar hadden we het over?

– Het dak van het dorpshuis.

– O ja. Meneer Klunder! Ziet u die kartonnen doos daar, op de eerste rij? Die heb ik meegebracht! En waarom heb ik die meegebracht? Weet u wat daarin zit? Toen ik de videotheek nog had, weet u nog, de beste videotheek van Europa, in de Turfstraat? Wie leverde al-tijd zijn banden in zonder terug te spoelen? Al-tijd!? Wim Klunder! Wim Klunder, de man van heks Hilda Klunder! Ik heb ze bewaard! Check ze maar! Stuk voor stuk! Níet terúggespoeld! En dát moet burgemeester van Springbroekerplas worden? Ik zal u vertellen: als ik burgemeester word, en dat word ik, want ik word het, dus dan word je het, dan gaat Hilda de Heks de bak in! De bak in met ‘r! De bak in met ‘r!

(Trompfans in de zaal haken in en schakelen na drie keer over op ‘Daar moet een piemel in’)

– Ho, ho! Dames en heren, geen spreekkoren! Stilte! Mevrouw Klunder, uw reactie, graag.

– Ach, weet je, Mik, in de jaren tachtig, toen Ronald onder de toonbank zelfgemaakte opnamen van de PinUp Club verhuurde, zat ik in de situatiekamer van de secretarie omdat het gemaal op de Ringdijk was uitgevallen. En in de jaren negentig, terwijl Ronald het majorettekorps sponsorde en de meisjes, hoe noemde hij het ook alweer, persoonlijk begeleidde, en we weten allemaal wat dat betekende, dat heeft mevrouw Van Lier laatst nog haarfijn uitgelegd in De Lange Plasser, toen was ík bezig de Tweede Herverkaveling in goede banen te leiden!

– Kreng dat je d’r bent!

(Klunderaanhangers roepen boe.)

– Stilte! Meneer Tromp, mevrouw Klunder was aan het woord.

– Dank je, Mik. En de afgelopen jaren heb ik sturing gegeven aan de moeizame onderhandelingen over de gemeentelijke herindeling, terwijl Ronald op RTV Regio het spelletje ‘Raad de Straat’ presenteerde. Waarbij je altijd meteen ziet welke straat het is, maar daar gaat het niet om, als er maar gebeld wordt, want dat geld gaat naar de BV Tromp!

– Leugens! Hoe ben je daar achter gekomen?

– Meneer Tromp, u beweert voortdurend dat er gesjoemeld wordt bij deze verkiezing, dat het allemaal doorgestoken kaart is. Mocht u verliezen, gaat u die uitslag dan wel respecteren?

– Natuurlijk! Tenminste: als ik win! En als ik niet win, dan is het vuil spel en trap ik een rel! Vuil spel, trap een rel! Vuil spel, trap een rel!

(Trompaanhangers haken in).

– Hoho, dames en heren, geen spreekkoren!

(Trompfans haken in en schakelen na twee keer over op ‘Daar moet een piemel in’)

– Dames en heren, stilte alstublieft! Dit kan zo niet! Dames en heren! Stilte! Ho! Wie gooide die aardappel? Verdorie, ik had nog zó gezegd: géén pootgoed!!!