Een vader heeft een nieuw pak gekocht en laat het zien aan zijn 23-jarige zoon en diens vriendin. ‘En, wat vinden jullie?’
Doodse stilte. De twens kijken hem aan met vriendelijke, beleefde onthechting. Zij geven hun mening niet, zij veinzen geen waardering, zij wachten geduldig tot het moment voorbij is. De vader mag daaruit opmaken wat hij wil, zij hebben zich op geen enkele manier kwetsbaar gemaakt.
De moderne jongere legt wel vaker een ijzige onverstoorbaarheid aan de dag waarvan ik altijd gedacht heb dat die met de jaren komt, door schade en schande en met vallen en opstaan. Kennelijk kun je het jezelf ook gewoon aanleren, zoals autorijden en typen met tien vingers.
Een jongen op een fiets komt van links, ik kom van rechts, met de auto. Hij wil aanvankelijk doorrijden, maar ik kijk hem strak aan en minder geen vaart, zodat hij, conform de voorrangsregels, moet stoppen.
‘Pannenkoek!’ roept hij.
Je kunt tegenwoordig bij het minste of geringste voor ‘pannenkoek’ worden uitgescholden. Nu ja, gescholden, de term zelf is niet grievend, zoals ‘hufter’ of ‘klootzak’, je wordt vergeleken met misschien wel het meest geliefde gerecht uit onze nationale keuken, en tegelijk is duidelijk dat het niet liefdevol bedoeld wordt. Een passief-agressief scheldwoord. Het intrigeerde me, dus ik reed een blokje om en wachtte hem op.
‘Zeg, niet om het een of ander, maar jij moest toch gewoon stoppen? Waarom zeg jij dan ‘pannenkoek’ tegen mij?’
Afhankelijk van diverse variabelen, zou ik als tiener gezegd hebben: ‘Sorry meneer, u heeft gelijk’, of ‘Ach ouwe gek, lazer toch op’, of iets ertussenin.
Deze jongen zei: ‘Huh? Gaan we daar nou moeilijk over doen?’ Toen draaide hij zich om. ‘Fijne dag nog!’
Een woord dat moderne jongeren vaak gebruiken is ‘grenzen’. Zij stellen hun grenzen, zij kennen hun grenzen, zij bewaken hun grenzen. Wordt de grens bereikt, dan gaat ergens een lampje branden en moet er iets gebeuren. De standaard-optie is het verbreken van het contact.
‘Fijne dag nog!’
Op de sociale media, Twitter, bijvoorbeeld. Een gesprek escaleert, er ontstaat irritatie, maar voor de irritatie overgaat in agressie zegt iemand: ‘Dit is een zinloos gesprek. Fijne avond!’
Of: ‘Belachelijke redenering. Fijne dag nog!’
Een onberispelijke groet, er valt niets op aan te merken, en tegelijk weet je vrij zeker dat het bedoeld wordt als ‘val dood!’
Passieve agressie, de jeugd van tegenwoordig is er goed in.
De vader met het nieuwe pak kijkt nog eens naar die twee doodse poppengezichten en denkt: ‘Zeg toch gewoon dat je het lélijk vindt!’