– Hallo, daar zijn wij dan weer met Eén op twee van drie tot vier op Radio 5, voorheen van zes tot zeven op Radio 8, binnenkort van negen tot tien op Radio 11. Mijn naam is Tanja Boljé en naast mij zit zoals altijd Tjerk van den Nagtkaerschenmaecker. Tjerk, wat gaan we doen!?
– Morgenavond is weer het jaarlijkse Gala van de Gesloten Vraag, met de uitreiking van de Gouden Grendel, voor de beste geslotenvragensteller van 2015. Maar vanwaar toch eigenlijk die opmars van de gesloten vraag? We praten erover met professor Doddebocht… wat zegt u?
– Cor, zeg maar Cor.
– Juist, met professor Cor Doddebocht, hoogleraar mediadynamica aan de Universiteit van Venlo. Ja professor Cor, hoe zit dit? Is het een trend? Gaan we anders met elkaar om? Is het de tijdgeest? Of heeft het te maken met internet en de digitale revolutie?
– Eh, 1: ja, 2: ja, 3:vermoedelijk, 4: zou kunnen.
– Huh?
– U stelt vier gesloten vragen, ik geef u vier antwoorden.
– O jee! Ik doe het ook!?
– Ja, vrijwel iedereen op radio en televisie doet het, u ook. Gisteravond nog, Eva
Jinek praat met een theatermaker over een cabaretprogramma dat hij geregisseerd heeft, en vraagt: ‘Is dit het leukste wat je ooit gedaan hebt?’ Stel, het is ‘nee’.
– Dan kan die man toch ‘nee’ zeggen?
– Oké, en dan? Niet het leukste, het op één na leukste? Eh, nee, ook niet. Het op twéé na leukste? Enzovoorts. Wat is dat voor een gesprek? Waarom zit die man daar, om ons iets over zijn werk te vertellen of om Eva Jinek te helpen bij een invuloefening?
– Maar…
– Sportverslaggevers zijn er ook sterk in. Dan zeggen ze na de wedstrijd tegen een trainer: ‘Is het nou zo, dat als je Jan Jansen had opgesteld, dat de opbouw van achteruit beter had gelopen, dan komt Piet Pieterse wel goed in de wedstrijd, je maakt die eerste goal en je zet die wedstrijd naar je hand, zodat je hier nu heel anders had gestaan?’
– O, en dat is niet goed?
– Het is geen vráág! Het is een persoonlijke analyse met een vraagteken!
– En als interviewers dat niet doen krijg je betere gesprekken?
– Kijk, dat bedoel ik dus.
– Wat?
– Wéér een gesloten vraag! U wilt weten wat mijn bezwaar is tegen gesloten vragen..
-Ja.
– Nou, vráág dat dan!
– Och hemeltje. Je hebt er geen erg in hè? Zit u nu ‘s avonds met de ipad bij de televisie om dit soort dingen te noteren?
– Nee! Ik zit ‘s náchts met een notítieboekje bij de compúter om dit soort dingen te noteren!
– O ja. Met een glaasje wijn?
– Nee!
– Een kopje koffie?
– Nee!
– Een biertje?
– Ja!
– Hèhè. U bent niet makkelijk te interviewen, hoor, professor.
– Omdat u voortdurend gesloten vragen stelt
– Ja nee, maar u begrijpt het niet. U vat het allemaal veel te letterlijk op.
– Hoe bedoelt u?

– U denkt: daar kan ik alleen met ‘ja’ of ‘nee’ op antwoorden.
– Dat is toch ook zo?
– Strikt genomen misschien wel, ja, maar het idee is: ik stel een gesloten vraag en u antwoordt alsof het een ópen vraag is.
– Ja, dat is dus precies wat je politici en voetbaltrainers en talkshowgasten ziet doen: ze doen alsof ze de vraag niet horen en vertellen gewoon wat ze kwijt willen. De interviewer creëert een soort contramal van het verhaal dat hij wil horen, en geïnterviewde kan twee dingen doen: daarin meegaan, maar dan vertelt hij zijn eigen verhaal niet, of zijn eigen verhaal vertellen, maar dan negeert hij de interviewer.
– Maar wat is dan eigenlijk het probleem? Dat je als kijker…
– Ho, stop! U begon zo goed, niet bederven nu! Wat is het probleem? Omdat je beide gevallen geen gesprek krijgt, geen dialoog. Waardoor interviews steeds meer beginnen te lijken op de dialogen van Harold Pinter. Die nou juist wilde laten zien hoe mensen vaak langs elkaar heen praten! Hoe mensen praten zonder dat ze contact maken, en hoe zinloos dat is. Niet wetend, neem ik aan, dat hij daarmee de blauwdruk tekende voor het radio- en televisie-interview van de toekomst.
– Juist. Eens kijken of ik een goede open vraag kan verzinnen. O ja, ik weet er een. Heeft u nog een favoriet onder de genomineerden voor de Gouden Grendel, en zo ja, wie?
– Nou, voor de Lifetime Achievement Award zet ik mijn geld op Mart Smeets. Op het gebied van de gesloten vraag was Mart Smeets zijn tijd ver vooruit. Een pionier. Ik heb gesprekken van Mart Smeets geanalyseerd die voor 100% uit gesloten vragen bestaan. Echt heel knap.
– Goed, wij spraken met professor Cor Doddebocht van de Universiteit van Venlo over de opmars van de Gesloten Vraag. Muziek nu! Luister naar The Alan Parsons Project met Don’t Answer Me!